Vier Europese criteria bepalen of een platformwerker werknemer is
Op donderdag 9 december 2021 kwam de Europese Commissie naar buiten met de langverwachte wetgevende initiatieven ter bescherming van werknemers op digitale platformen. Maanden van voorbereiding en consultatierondes, waaraan ook wij als vakbond deelnamen, resulteerden in een hoopgevende reeks maatregelen.
Uiteraard is er steeds ruimte voor verbetering, maar vanuit ons standpunt als beschermer van de werknemers zijn we ervan overtuigd dat dit een belangrijke stap is naar een sterkere bescherming voor deze werknemers.
Het was al langer duidelijk dat er dringend een beter wetgevend kader nodig was voor bedrijven in de steeds groter wordende platformeconomie. Al voor de coronapandemie ontwikkelde deze economische tak zich enorm vlug en de pandemie heeft deze expansie alleen maar versneld. Vandaag werken er meer dan 28 miljoen mensen in de EU via digitale platformen, er wordt verwacht dat dit aantal de komende jaren alleen nog maar sterk zal stijgen.
Schijnzelfstandigheid
Voor werknemers van de platformen situeert zich het grootste probleem in het statuut waarbinnen ze werken. De overgrote meerderheid van hen werkt onder een zelfstandig statuut, wat impliceert dat zij amper sociale bescherming genieten. Maar wat pas echt problematisch is, is het fenomeen van schijnzelfstandigheid. Er wordt namelijk geschat dat ongeveer 5,5 miljoen mensen in de Europese platformeconomie fout zijn ingedeeld qua statuut. Concreet wil dit zeggen dat bedrijven deze werknemers onder zelfstandig statuut laten werken, terwijl ze wel aan alle kenmerken en verplichtingen van een werknemer in dienst moeten voldoen.
Wat wil de Europese Commissie?
De Europese Commissie is zich bewust van dit probleem en wil dit dan ook via nieuwe regels aanpakken. De Commissie beseft dat de relatief nieuwe digitale platformeconomie heel wat nieuwe uitdagingen met zich meebrengt. Door de andere manier van werken is het inderdaad moeilijk om de arbeidssituatie van mensen correct in te schatten. Dit zorgt er dan voor dat sommige werknemers buiten de bescherming van arbeidsrechten en sociale rechten vallen. Voor ons als vakbond is deze situatie ontoelaatbaar en we juichen dan ook toe dat de Europese Commissie actie onderneemt.
De nieuwe voorgestelde regels van de Commissie hebben dan ook als doel om mensen die via deze platformen werken, de arbeidsrechten en sociale rechten te geven waarop ze recht hebben.
In alle transparantie
Daarnaast willen ze dat er ook extra aandacht en bescherming komt wanneer algoritmen bepaalde diensten verdelen tussen werknemers. Vandaag is er amper of geen transparantie over de manier waarop deze computersystemen werk verdelen tussen de verschillende werknemers. Algemeen genomen is de betrachting van de nieuwe regels om de rechtszekerheid binnen de platformeconomie in de EU te vergroten.
Het belangrijkste wetgevende initiatief van de commissie is een voorstel tot een richtlijn. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat de wettelijke arbeidssituatie van digitale platformwerkers overeenstemt met de reële arbeidssituatie en de bijhorende voorwaarden.
Volgens 4 criteria
Om dit te realiseren stelt de richtlijn 4 beoordelingscriteria voor om na te gaan of het platform effectief een werkgever is of dat de werknemers als zelfstandige werken. Als aan minstens 2 van de 4 criteria wordt voldaan, wordt het platform wettelijk beschouwd als werkgever. De betreffende criteria zijn:
- vaststelling van de hoogte van de beloning, elektronische controle van arbeidsprestaties
- beperking vrijheid om arbeidstijd/afwezigheid te kiezen, om al dan niet werk te aanvaarden of om beroep te doen op onderaannemers
- vaststelling van specifieke dwingende voorschriften inzake het voorkomen, het gedrag ten aanzien van de klant of de uitvoering van het werk
- beperking van mogelijkheid om klantenkring op te bouwen of om werk voor derden te verrichten
In Parlement en Raad
Als een platform gekwalificeerd wordt als werkgever, genieten de digitale platformwerkers die voor dat platform werken de sociale en arbeidsrechten die bij de status van werknemer behoren volgens nationaal recht. Deze bescherming omvat onder andere: het recht op minimumloon, collectieve onderhandelingen, bescherming van de arbeidstijd en gezondheid, betaald verlof, betere toegang tot bescherming bij arbeidsongevallen, werkloosheidsuitkeringen, uitkeringen bij ziekte en een op bijdragen gebaseerd ouderdomspensioen.
Het voorstel van de Commissie voor een richtlijn moet nu in het Europees Parlement en de Raad worden besproken. Als de richtlijn dan wordt goedgekeurd, heeft elke lidstaat nog twee jaar om ze in nationaal recht om te zetten.