De stem van de jonge collega’s
Jill Servaes (22) werkt als monteur aan de productielijn bij Atlas Copco in Wilrijk. Drie jaar geleden zette ze haar eerste stappen in het bedrijf, aanvankelijk als jobstudent en als tijdelijk werknemer.
“Zeker als nieuwkomer moet je nog veel leren en heb je veel vragen. Fijn als er op dat moment vakbondsafgevaardigden paraat staan. Bij Atlas Copco zijn de drie vakbonden actief. Maar met de ACLVB klikte het in het bijzonder. De afgevaardigden deden echt hun best om te helpen. Ja, dat zou mijn vakbond worden.”
Bij de sociale verkiezingen van 2020 voelde Jill er wel iets voor om op te komen. “Ik besef goed hoeveel ik de vakbond zelf al nodig gehad heb. Op mijn beurt wil ik nu mijn collega’s helpen!”
Waarom is het belangrijk dat jonge werknemers syndicaal vertegenwoordigd worden? “Jongeren moeten mee een rol kunnen spelen in de fabriek, ook zij dienen gehoord te worden als er beslissingen genomen worden. Heel wat jonge medewerkers aarzelen om vragen te stellen of voor hun rechten op te komen. Deels omdat ze zichzelf willen bewijzen ten opzichte van de werkgever, ze hebben schrik dat hun tijdelijk arbeidscontract niet zal verlengd worden.”
Of vakbondswerk voldoende gekend is onder jongeren? “Leeftijdsgenoten van me die in kleinere bedrijven werken, weten niet meteen wat een vakbondsmandaat concreet inhoudt. Als ik ze daarover informeer, tonen ze wel respect.”
Je bent verkozen als afgevaardigde in het CPBW. Klaar om erin te vliegen? “Het wordt vast een uitdaging, maar ik ga ervoor! Ook de context is bijzonder: Atlas Copco is een fabriek waar tot nu toe vooral mannen werken, bij de arbeiders is slechts 8% een vrouw. Tegen 2030 wil onze bedrijfsleiding dat aandeel naar 30% vrouwen brengen. Eén ding is zeker: ik word fantastisch goed bijgestaan door de andere ACLVB-afgevaardigden. Ze geven me veel tips en ik volg intussen ook vorming bij de ACLVB.”