In de eerste plaats moet je er klaar voor zijn om je opleiding verder te zetten op een werkplaats. In het gewone secundair onderwijs voegt de klassenraad van de vorige opleiding een niet-bindend advies toe aan het oriënteringsattest van de leerling. Bij het Buitengewoon secundair onderwijs moet de klassenraad een eigen format uitwerken waarin ze de leerling beoordelen.

Het doel van dit advies is om de leerling inzicht te geven in zijn/haar competenties. Zelfs bij een negatief advies van de klassenraad kan de leerling zich alsnog inschrijven in het traject.

De leerlingen moeten echter wel voldoen aan de toelatingsvoorwaarden (of bijna). Deze zijn dezelfde als die van de corresponderende opleiding in het niet-duale onderwijs.

Indien je jezelf inschrijft in het duale onderwijs, krijg je een trajectbegeleider toegewezen. Deze persoon begeleidt je in het hele proces van begin tot einde. In de eerste plaats gaat de trajectbegeleider samen met jou op zoek naar een geschikte onderneming.

Nadat er een geschikte onderneming is gevonden volgt het intakegesprek. Ook hier kan de trajectbegeleider de leerling ondersteunen tijdens het gesprek. Is het intakegesprek succesvol dan ben je gematched aan de onderneming en kan je hier beginnen werken onder het duale stelsel.

Let op! Je moet binnen de 20 opleidingsdagen na de start van de lessen een overeenkomst met de onderneming afsluiten. Lukt dat niet moet de opleiding stopgezet worden.